Betekenis van het woord chew in het Nederlands

Wat betekent chew in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

chew

US /tʃuː/
UK /tʃuː/
"chew" picture

Werkwoord

1.

kauwen

to bite and work (food) in the mouth with the teeth, especially to make it easier to swallow

Voorbeeld:
Remember to chew your food slowly.
Vergeet niet je eten langzaam te kauwen.
The baby is learning to chew solid foods.
De baby leert vast voedsel te kauwen.
2.

kauwen, knagen

to bite repeatedly or continuously, typically as a habit or from anxiety

Voorbeeld:
He tends to chew on his pen when he's thinking.
Hij heeft de neiging om op zijn pen te kauwen als hij nadenkt.
The dog loves to chew on its toys.
De hond houdt ervan om op zijn speelgoed te kauwen.

Zelfstandig Naamwoord

1.

kauw, hap

an act of chewing

Voorbeeld:
He took a big chew of his gum.
Hij nam een grote kauw van zijn kauwgom.
The dog gave a quick chew to the bone.
De hond gaf een snelle kauw aan het bot.
Synoniem:
Leer dit woord op Lingoland