Betekenis van het woord cheat in het Nederlands

Wat betekent cheat in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

cheat

US /tʃiːt/
UK /tʃiːt/
"cheat" picture

Werkwoord

1.

valsspelen, bedriegen

act dishonestly or unfairly in order to gain an advantage, especially in a game or examination

Voorbeeld:
He was caught trying to cheat on the exam.
Hij werd betrapt toen hij probeerde te valsspelen bij het examen.
It's not fair to cheat in a game.
Het is niet eerlijk om te valsspelen in een spel.
2.

vreemdgaan, bedriegen

to be unfaithful to one's spouse or partner

Voorbeeld:
She found out her husband was cheating on her.
Ze kwam erachter dat haar man haar bedroog.
Many relationships end because one partner decides to cheat.
Veel relaties eindigen omdat één partner besluit te vreemdgaan.

Zelfstandig Naamwoord

1.

valsspeler, bedrieger

a person who acts dishonestly in order to gain an advantage

Voorbeeld:
He's a known cheat in card games.
Hij is een bekende valsspeler in kaartspellen.
Don't be a cheat, play fair.
Wees geen valsspeler, speel eerlijk.
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: