Engels-Nederlands Woordenboek

Betekenis van het woord buy in het Nederlands

Wat betekent buy in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

buy

US /baɪ/
UK /baɪ/
"buy" picture

Werkwoord

1.

kopen, aanschaffen

obtain something in exchange for payment

Voorbeeld:
•
I want to buy a new car.
Ik wil een nieuwe auto kopen.
•
She decided to buy the house.
Ze besloot het huis te kopen.
Synoniem:
purchaseacquire
Synoniem:
sell
2.

geloven, aannemen

believe to be true

Voorbeeld:
•
I don't buy his excuses.
Ik geloof zijn excuses niet.
•
It's a good story, but I don't buy it.
Het is een goed verhaal, maar ik geloof het niet.
Synoniem:
believeaccept
Synoniem:
disbelievedoubt

Zelfstandig Naamwoord

1.

koop, aankoop

a purchase

Voorbeeld:
•
That was a good buy.
Dat was een goede koop.
•
The new software was a great buy for the company.
De nieuwe software was een geweldige koop voor het bedrijf.
Synoniem:
purchasebargain
Synoniem:
sale
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord:
buy-inbuy intobuy up