boil down
US /bɔɪl daʊn/
UK /bɔɪl daʊn/
1.
inkoken, reduceren
to reduce a liquid by boiling so that it becomes thicker and more concentrated
:
•
You need to boil down the sauce until it thickens.
Je moet de saus inkoken totdat deze dikker wordt.
•
The chef decided to boil down the stock for a richer flavor.
De chef besloot de bouillon in te koken voor een rijkere smaak.
2.
neerkomen op, samenvatten
to summarize or simplify something to its most essential points
:
•
The whole argument can boil down to a single question.
Het hele argument kan neerkomen op één enkele vraag.
•
Ultimately, the problem boiled down to a lack of communication.
Uiteindelijk kwam het probleem neer op een gebrek aan communicatie.