bargaining power
US /ˈbɑːr.ɡɪn.ɪŋ ˌpaʊ.ɚ/
UK /ˈbɑːr.ɡɪn.ɪŋ ˌpaʊ.ɚ/

1.
onderhandelingsmacht, onderhandelingspositie
the ability of one party to influence the terms and conditions of a negotiation with another party
:
•
The workers gained significant bargaining power after forming a union.
De arbeiders kregen aanzienlijke onderhandelingsmacht na het vormen van een vakbond.
•
A strong economy gives sellers more bargaining power.
Een sterke economie geeft verkopers meer onderhandelingsmacht.