account for
US /əˈkaʊnt fɔːr/
UK /əˈkaʊnt fɔːr/

1.
verklaren, verantwoorden
to explain the reason for something or to be the cause of something
:
•
The bad weather accounted for the delay.
Het slechte weer verklaarde de vertraging.
•
Can you account for your absence yesterday?
Kun je je afwezigheid gisteren verklaren?
2.
uitmaken, vormen
to form the total of something; to constitute
:
•
Women account for 60% of the students.
Vrouwen maken 60% van de studenten uit.
•
These new features account for a significant portion of the software's appeal.
Deze nieuwe functies verklaren een aanzienlijk deel van de aantrekkingskracht van de software.