Betekenis van het woord workshop in het Nederlands
Wat betekent workshop in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
workshop
US /ˈwɝːk.ʃɑːp/
UK /ˈwɝːk.ʃɑːp/

Zelfstandig Naamwoord
1.
werkplaats, atelier
a room or building where goods are manufactured or repaired
Voorbeeld:
•
The mechanic spent all day in his workshop fixing cars.
De monteur bracht de hele dag door in zijn werkplaats auto's repareren.
•
My grandfather has a small workshop where he builds furniture.
Mijn grootvader heeft een kleine werkplaats waar hij meubels bouwt.
2.
workshop, cursus
a meeting at which a group of people engage in intensive discussion and activity on a particular subject or project
Voorbeeld:
•
We attended a workshop on digital marketing strategies.
We woonden een workshop bij over digitale marketingstrategieën.
•
The team held a creative workshop to brainstorm new ideas.
Het team hield een creatieve workshop om nieuwe ideeën te brainstormen.
Synoniem:
Werkwoord
1.
uitwerken in een workshop, bespreken in een workshop
to discuss a subject or project in a workshop
Voorbeeld:
•
They will workshop the new policy next month.
Ze zullen de nieuwe beleid volgende maand uitwerken in een workshop.
•
Let's workshop this idea before presenting it to the client.
Laten we dit idee uitwerken in een workshop voordat we het aan de klant presenteren.
Leer dit woord op Lingoland