Engels-Nederlands Woordenboek

Betekenis van het woord wood in het Nederlands

Wat betekent wood in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

wood

US /wʊd/
UK /wʊd/
"wood" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

hout

the hard fibrous material that forms the main part of the trunk and branches of a tree or shrub, used for fuel or timber.

Voorbeeld:
•
The house was built of stone and wood.
Het huis was gebouwd van steen en hout.
•
We gathered some wood for the campfire.
We verzamelden wat hout voor het kampvuur.
Synoniem:
timberlumberfirewood
2.

bos, woud

an area of land, smaller than a forest, covered with growing trees.

Voorbeeld:
•
We went for a walk in the wood.
We gingen wandelen in het bos.
•
The children built a fort deep in the wood.
De kinderen bouwden een fort diep in het bos.
Synoniem:
forestgrovecopsethicket
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord:
wood pigeonwood frogwood antspeckled wood