wine

US /waɪn/
UK /waɪn/
"wine" picture
1.

wijn

an alcoholic drink made from fermented grape juice

:
We had a bottle of red wine with dinner.
We hadden een fles rode wijn bij het avondeten.
This region is famous for its white wine.
Deze regio is beroemd om zijn witte wijn.
1.

wijn drinken, verwennen

to drink wine

:
They decided to wine and dine their clients at the new restaurant.
Ze besloten hun klanten te verwennen met eten en drinken in het nieuwe restaurant.
We spent the evening wining and dining with friends.
We brachten de avond door met eten en drinken met vrienden.