win the day
US /wɪn ðə deɪ/
UK /wɪn ðə deɪ/

1.
de dag winnen, succesvol zijn
to be successful in an argument, contest, or struggle
:
•
Despite the initial setbacks, our team managed to win the day with a strong comeback.
Ondanks de aanvankelijke tegenslagen, wist ons team uiteindelijk de dag te winnen met een sterke comeback.
•
In the end, logic and reason will always win the day.
Uiteindelijk zullen logica en rede altijd de dag winnen.