wait on
US /weɪt ɑːn/
UK /weɪt ɑːn/
1.
bedienen, opdienen
to serve someone, especially by bringing them food or drink
:
•
The staff at the restaurant were quick to wait on us.
Het personeel in het restaurant was snel om ons te bedienen.
•
She spent years waiting on tables to pay for her studies.
Ze heeft jarenlang aan tafels gewacht om haar studie te betalen.
2.
wachten op, afwachten
to await someone or something
:
•
We had to wait on the manager to approve the decision.
We moesten wachten op de manager om de beslissing goed te keuren.
•
The whole team is waiting on his recovery before starting the project.
Het hele team wacht op zijn herstel voordat het project start.