vamp
US /væmp/
UK /væmp/

1.
vamp, voorblad
the upper front part of a boot or shoe, covering the instep and toes
:
•
The shoemaker carefully stitched the new vamp onto the old sole.
De schoenmaker naaide zorgvuldig de nieuwe vamp op de oude zool.
•
The shoe's vamp was made of soft, supple leather.
De vamp van de schoen was gemaakt van zacht, soepel leer.
2.
verleidster, femme fatale
a seductive woman who uses her charms to exploit men
:
•
She played the role of a dangerous vamp in the classic film noir.
Ze speelde de rol van een gevaarlijke verleidster in de klassieke film noir.
•
The novel describes her as a glamorous and manipulative vamp.
De roman beschrijft haar als een glamoureuze en manipulatieve verleidster.
1.
vampen, improviseren
to improvise an accompaniment to a song or dance
:
•
The pianist began to vamp while the singer prepared for the next verse.
De pianist begon te vampen terwijl de zanger zich voorbereidde op het volgende couplet.
•
She can vamp on the guitar for hours.
Ze kan urenlang vampen op de gitaar.
2.
opknappen, verbeteren
to repair or improve something by adding new parts or making small changes
:
•
He tried to vamp up his old car with some new paint and accessories.
Hij probeerde zijn oude auto op te knappen met nieuwe verf en accessoires.
•
The designer decided to vamp up the classic dress with some modern embellishments.
De ontwerper besloot de klassieke jurk op te knappen met enkele moderne versieringen.