upbeat
US /ˈʌp.biːt/
UK /ˈʌp.biːt/

1.
optimistisch, opgewekt
cheerful; optimistic
:
•
Despite the challenges, she maintained an upbeat attitude.
Ondanks de uitdagingen behield ze een optimistische houding.
•
The news report ended on an upbeat note.
Het nieuwsbericht eindigde op een positieve noot.
1.
opmaat, onbeklemtoonde tel
an unaccented beat, especially one preceding an accented beat
:
•
The conductor emphasized the upbeat before the main downbeat.
De dirigent benadrukte de opmaat voor de hoofdslaag.
•
Many pop songs start on an upbeat.
Veel popnummers beginnen op een opmaat.