unprecedented
US /ʌnˈpres.ə.den.t̬ɪd/
UK /ʌnˈpres.ə.den.t̬ɪd/

1.
ongekend, nooit eerder vertoond
never done or known before
:
•
The company achieved unprecedented growth last quarter.
Het bedrijf behaalde het afgelopen kwartaal een ongekende groei.
•
The storm caused unprecedented damage to the coastal areas.
De storm veroorzaakte ongekende schade aan de kustgebieden.