turnover

US /ˈtɝːnˌoʊ.vɚ/
UK /ˈtɝːnˌoʊ.vɚ/
"turnover" picture
1.

omzet

the amount of money taken by a business in a particular period

:
•
The company reported a significant turnover increase this quarter.
Het bedrijf rapporteerde dit kwartaal een aanzienlijke stijging van de omzet.
•
Small businesses often struggle with low turnover.
Kleine bedrijven worstelen vaak met een lage omzet.
:
revenuesalesincomereceiptstakings
2.

personeelsverloop, verloop

the rate at which employees leave a company and are replaced by new ones

:
•
High employee turnover can be costly for businesses.
Hoge personeelsverloop kan kostbaar zijn voor bedrijven.
•
The company implemented new policies to reduce staff turnover.
Het bedrijf heeft nieuwe beleidsregels geïmplementeerd om het personeelsverloop te verminderen.
:
attritionstaff turnoveremployee turnoverchurn
3.

flappen, gebakje

a small pie or pastry with a filling, folded over before baking

:
•
She baked apple turnovers for dessert.
Ze bakte appelflappen als toetje.
•
The bakery sells delicious cherry turnovers.
De bakkerij verkoopt heerlijke kersenflappen.
:
pastrypietart
:
employee turnover