tradition
US /trəˈdɪʃ.ən/
UK /trəˈdɪʃ.ən/
1.
traditie, gebruik
a belief, custom, or way of doing something that has existed for a long time among a particular group of people
:
•
It's a family tradition to have turkey on Christmas Day.
Het is een familietraditie om kalkoen te eten op eerste kerstdag.
•
The school has a long-standing tradition of academic excellence.
De school heeft een langdurige traditie van academische excellentie.
2.
overlevering, doorgeven
the handing down of statements, beliefs, legends, customs, information, etc., from generation to generation, especially by word of mouth or by practice rather than in writing
:
•
Oral tradition played a crucial role in preserving ancient stories.
Mondelinge overlevering speelde een cruciale rol bij het bewaren van oude verhalen.
•
The knowledge was passed down through generations by tradition.
De kennis werd van generatie op generatie door traditie doorgegeven.