legacy
US /ˈleɡ.ə.si/
UK /ˈleɡ.ə.si/

1.
erfenis, legaat
an amount of money or property left to someone in a will
:
•
She received a substantial legacy from her grandmother.
Ze ontving een aanzienlijke erfenis van haar grootmoeder.
•
The museum was built with a generous legacy.
Het museum werd gebouwd met een genereuze erfenis.
2.
erfenis, nalatenschap
something transmitted by or received from an ancestor or predecessor or from the past
:
•
The company's strong ethical legacy continues to guide its operations.
De sterke ethische erfenis van het bedrijf blijft de bedrijfsvoering leiden.
•
His greatest legacy was a commitment to social justice.
Zijn grootste erfenis was een toewijding aan sociale rechtvaardigheid.