tracking
US /ˈtræk.ɪŋ/
UK /ˈtræk.ɪŋ/

1.
tracking, volgen
the process of following the progress or movement of someone or something
:
•
The GPS device allows for real-time tracking of the vehicle.
Het GPS-apparaat maakt real-time tracking van het voertuig mogelijk.
•
The company uses advanced software for package tracking.
Het bedrijf gebruikt geavanceerde software voor pakkettracking.
1.
volgen, monitoren
the action of following or observing someone or something over a period of time
:
•
The police are tracking the suspect's movements.
De politie is de bewegingen van de verdachte aan het volgen.
•
We are tracking the progress of the project closely.
We volgen de voortgang van het project nauwlettend.