tie-up
US /ˈtaɪ.ʌp/
UK /ˈtaɪ.ʌp/
1.
opstopping, vertraging, blokkade
a temporary stoppage or delay, especially in traffic or business
:
•
There was a major traffic tie-up on the highway due to an accident.
Er was een grote verkeersopstopping op de snelweg door een ongeluk.
•
The unexpected tie-up in production delayed the product launch.
De onverwachte vertraging in de productie vertraagde de productlancering.
2.
samenwerking, verbinding, band
a close connection or association, especially in business or politics
:
•
The company announced a new tie-up with a major tech firm.
Het bedrijf kondigde een nieuwe samenwerking aan met een grote techfirma.
•
Their political tie-up led to a strong coalition.
Hun politieke verbinding leidde tot een sterke coalitie.