splurge
US /splɝːdʒ/
UK /splɝːdʒ/

1.
uitgeven, verkwisten
spend a lot of money on something
:
•
I decided to splurge on a new designer handbag.
Ik besloot te uitgeven aan een nieuwe designer handtas.
•
They splurged on a luxurious vacation to the Maldives.
Ze gaven veel geld uit aan een luxe vakantie naar de Malediven.
1.
uitspatting, verkwisting
an act of spending money freely or extravagantly
:
•
It was a rare splurge for her to buy such an expensive dress.
Het was een zeldzame uitspatting voor haar om zo'n dure jurk te kopen.
•
We decided to have a big splurge on our anniversary dinner.
We besloten een grote uitspatting te doen voor ons jubileumdiner.