Betekenis van het woord splay in het Nederlands
Wat betekent splay in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
splay
US /spleɪ/
UK /spleɪ/

Werkwoord
1.
2.
verbreden, uitlopen
construct with a splay
Voorbeeld:
•
The architect decided to splay the window opening to allow more light.
De architect besloot de raamopening te verbreden om meer licht binnen te laten.
•
The walls were splayed outwards at the base.
De muren waren aan de basis naar buiten uitlopend.
Zelfstandig Naamwoord
1.
uitloop, spreiding
a splayed part or thing
Voorbeeld:
•
The old chair had a wide splay at its legs.
De oude stoel had een brede uitloop aan zijn poten.
•
The arch had a distinct splay at its base.
De boog had een duidelijke uitloop aan de basis.
Synoniem:
Bijvoeglijk Naamwoord
1.
uitgespreid, wijd
spread out or apart
Voorbeeld:
•
His legs were splay as he sat on the floor.
Zijn benen waren uitgespreid toen hij op de grond zat.
•
The tree's branches were splay and wide.
De takken van de boom waren uitgespreid en breed.
Synoniem:
Leer dit woord op Lingoland