second class
US /ˌsek.ənd ˈklæs/
UK /ˌsek.ənd ˈklæs/
1.
tweede klas, tweederangs
of the next lower quality or rank after the first
:
•
He always travels second class on trains.
Hij reist altijd tweede klas met de trein.
•
The hotel offers both first and second class accommodations.
Het hotel biedt zowel eerste als tweede klas accommodaties.
2.
tweederangs, inferieur
inferior in quality or importance
:
•
His work is often considered second class compared to his peers.
Zijn werk wordt vaak als tweederangs beschouwd vergeleken met dat van zijn collega's.
•
We won't accept anything second class for this project.
We accepteren niets tweederangs voor dit project.
1.
tweede klas
the next lower quality or rank after the first
:
•
He sent the package by second class mail.
Hij verstuurde het pakket met tweede klas post.
•
The train has a second class carriage.
De trein heeft een tweede klas coupé.
1.
tweederangs, inferieur
in a manner that is inferior in quality or importance
:
•
He was treated second class by the staff.
Hij werd tweederangs behandeld door het personeel.
•
Don't let anyone make you feel second class.
Laat niemand je tweederangs laten voelen.