road trip
US /ˈroʊd trɪp/
UK /ˈroʊd trɪp/

1.
roadtrip, autovakantie
a long journey or vacation taken by car
:
•
We're planning a road trip across the country next summer.
We plannen volgende zomer een roadtrip door het hele land.
•
The best part of the road trip was discovering small towns.
Het beste deel van de roadtrip was het ontdekken van kleine stadjes.