road hog
US /ˈroʊd ˌhɑɡ/
UK /ˈroʊd ˌhɑɡ/

1.
wegpiraat, weggebruiker die te veel ruimte inneemt
a driver who takes up too much room on the road or prevents other vehicles from passing
:
•
That road hog was driving in the middle of two lanes.
Die wegpiraat reed midden op twee rijstroken.
•
He was fined for being a road hog and causing congestion.
Hij kreeg een boete omdat hij een wegpiraat was en files veroorzaakte.