remote
US /rɪˈmoʊt/
UK /rɪˈmoʊt/

1.
afgelegen, ver
situated far from the main centers of population; distant
:
•
The village is located in a remote area.
Het dorp ligt in een afgelegen gebied.
•
They live in a remote part of the mountains.
Ze wonen in een afgelegen deel van de bergen.
1.
afstandsbediening
a remote control device
:
•
Can you pass me the remote for the TV?
Kun je me de afstandsbediening voor de tv aangeven?
•
I can't find the remote anywhere.
Ik kan de afstandsbediening nergens vinden.