remember

US /rɪˈmem.bɚ/
UK /rɪˈmem.bɚ/
"remember" picture
1.

herinneren, zich herinneren

to bring to mind or think of again

:
I can't remember where I put my keys.
Ik kan me niet herinneren waar ik mijn sleutels heb gelaten.
Do you remember your first day of school?
Herinner je je eerste schooldag nog?
2.

onthouden, niet vergeten

to keep in mind or not forget

:
Please remember to lock the door when you leave.
Denk eraan om de deur op slot te doen als je weggaat.
I will always remember your kindness.
Ik zal je vriendelijkheid altijd onthouden.