railroad

US /ˈreɪl.roʊd/
UK /ˈreɪl.roʊd/
"railroad" picture
1.

spoorweg, spoorlijn

a track or set of tracks made of steel rails along which passenger and freight trains run

:
The train traveled along the railroad tracks.
De trein reed langs de spoorweg.
Building a new railroad will connect distant cities.
Het bouwen van een nieuwe spoorweg zal verre steden met elkaar verbinden.
2.

spoorwegnet, treinvervoer

a system of transport using trains on tracks

:
The country's railroad system is extensive.
Het spoorwegsysteem van het land is uitgebreid.
Many goods are transported by railroad.
Veel goederen worden per spoorweg vervoerd.
1.

erdoorheen jagen, dwingen

to force (a measure or person) through a process quickly and often unfairly

:
The committee tried to railroad the new policy without proper debate.
De commissie probeerde het nieuwe beleid snel en oneerlijk erdoorheen te jagen.
He felt they were trying to railroad him into signing the contract.
Hij voelde dat ze hem probeerden te dwingen het contract te ondertekenen.