radicalize
US /ˈræd.ɪ.kəl.aɪz/
UK /ˈræd.ɪ.kəl.aɪz/
1.
radicaliseren
cause (someone) to adopt radical positions on political or social issues
:
•
The group's propaganda aimed to radicalize young people.
De propaganda van de groep was gericht op het radicaliseren van jongeren.
•
Exposure to extremist views can quickly radicalize individuals.
Blootstelling aan extremistische opvattingen kan individuen snel radicaliseren.
2.
radicaliseren, extremer maken
make (something) more radical or extreme
:
•
The new policies threaten to radicalize the entire system.
De nieuwe beleidsmaatregelen dreigen het hele systeem te radicaliseren.
•
The economic crisis helped to radicalize public opinion.
De economische crisis hielp de publieke opinie te radicaliseren.