Engels-Nederlands Woordenboek

Betekenis van het woord stores in het Nederlands

Wat betekent stores in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

stores

Zelfstandig Naamwoord

1.

winkels

a retail establishment selling items to the public.

Voorbeeld:
•
a health-food store
Synoniem:
shopresellerdepartment storechain storeemporiumsupermarkethypermarketsuperstoremartshedbig box
2.

winkels

a quantity or supply of something kept for use as needed.

Voorbeeld:
•
the squirrel has a store of food
Synoniem:
supplystockstockpilereservecachehoardaccumulationquantitypileheaploadfundbankpoolminewealthdepositreservoirinventoryrepertoirerepertory

Werkwoord

1.

winkels

keep or accumulate (something) for future use.

Voorbeeld:
•
a small room used for storing furniture
Synoniem:
keepstowstockpileset asideput awayput downdepositsavehoardcachecollectgatheraccumulatecumulateamasshusbandreservepreservesquirrel awaysalt awaystashwarehouse
Synoniem:
usediscard
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord:
storeconvenience storegrocery storeliquor storetoy storecandy storejewelry store