protocol

US /ˈproʊ.t̬ə.kɑːl/
UK /ˈproʊ.t̬ə.kɑːl/
"protocol" picture
1.

protocol, procedure, regels

the official procedure or system of rules governing affairs of state or diplomatic occasions

:
The diplomats followed strict protocol during the negotiations.
De diplomaten volgden een strikt protocol tijdens de onderhandelingen.
There is a specific protocol for addressing royalty.
Er is een specifiek protocol voor het aanspreken van royalty's.
2.

protocol, regels, systeem

a system of rules that explains the correct way to do something

:
The new software uses a secure communication protocol.
De nieuwe software gebruikt een veilig communicatieprotocol.
The medical team followed a strict protocol for patient care.
Het medische team volgde een strikt protocol voor patiëntenzorg.
1.

protocolleren, opstellen

to draw up or issue a protocol

:
The committee will protocol the new safety measures.
De commissie zal de nieuwe veiligheidsmaatregelen protocolleren.
They need to protocol the agreement before signing.
Ze moeten de overeenkomst protocolleren voordat ze tekenen.