Betekenis van het woord property in het Nederlands

Wat betekent property in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

property

US /ˈprɑː.pɚ.t̬i/
UK /ˈprɑː.pɚ.t̬i/
"property" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

eigendom, bezit

a thing or things belonging to someone; possessions collectively

Voorbeeld:
The house is my personal property.
Het huis is mijn persoonlijke eigendom.
He inherited a large amount of property from his parents.
Hij erfde een grote hoeveelheid bezittingen van zijn ouders.
2.

pand, onroerend goed

a building or area of land, or both together

Voorbeeld:
They are looking to buy a new property in the city.
Ze zijn op zoek naar een nieuw pand in de stad.
The real estate agent showed us several commercial properties.
De makelaar liet ons verschillende commerciële panden zien.
3.

eigenschap, kenmerk

an attribute, quality, or characteristic of something

Voorbeeld:
One of the key properties of water is its ability to dissolve many substances.
Een van de belangrijkste eigenschappen van water is het vermogen om veel stoffen op te lossen.
The chemical properties of this element are unique.
De chemische eigenschappen van dit element zijn uniek.
Leer dit woord op Lingoland