prescribe
US /prɪˈskraɪb/
UK /prɪˈskraɪb/
1.
voorschrijven
of a medical practitioner) advise and authorize the use of (a medicine or treatment) for someone, especially in writing
:
•
The doctor prescribed antibiotics for her infection.
De dokter schreef antibiotica voor haar infectie voor.
•
He was prescribed a course of physical therapy.
Hem werd een cursus fysiotherapie voorgeschreven.
2.
voorschrijven, bepalen
recommend with authority and as a rule
:
•
The rules prescribe that all members must attend.
De regels schrijven voor dat alle leden aanwezig moeten zijn.
•
The law prescribes severe penalties for drug trafficking.
De wet schrijft strenge straffen voor drugshandel voor.