lay down
US /leɪ daʊn/
UK /leɪ daʊn/

1.
neerleggen, leggen
to put something down on a surface, especially gently or carefully
:
•
Please lay down your tools before you leave.
Gelieve uw gereedschap neer te leggen voordat u vertrekt.
•
She carefully laid down the baby in the crib.
Ze legde de baby voorzichtig in de wieg.
2.
opstellen, vaststellen
to establish a rule, principle, or plan
:
•
The committee will lay down new guidelines for safety.
De commissie zal nieuwe richtlijnen voor veiligheid opstellen.
•
He had to lay down the law to his unruly children.
Hij moest de wet opleggen aan zijn onhandelbare kinderen.