pouch

US /paʊtʃ/
UK /paʊtʃ/
"pouch" picture
1.

buidel, zakje

a small bag or sack, typically made of cloth, leather, or plastic, used for carrying small articles

:
•
She kept her coins in a small leather pouch.
Ze bewaarde haar munten in een klein leren buideltje.
•
The kangaroo carries its joey in its abdominal pouch.
De kangoeroe draagt zijn jong in zijn buikbuidel.
:
bagsackpocketcontainer
1.

in een buidel stoppen, opbergen

to put into a pouch or pocket

:
•
He carefully pouched the small gems.
Hij stopte de kleine edelstenen voorzichtig in een buidel.
•
The squirrel pouched the nuts in its cheeks.
De eekhoorn stopte de noten in zijn wangen.
:
pocketbagsackstore