direction

US /dɪˈrek.ʃən/
UK /dɪˈrek.ʃən/
"direction" picture
1.

richting

a course along which someone or something moves

:
•
Which direction should we go?
Welke richting moeten we op?
•
The wind changed direction.
De wind veranderde van richting.
:
coursewaypathroutebearing
2.

leiding, aanwijzing, instructie

the management or guidance of someone or something

:
•
The project is under the direction of a new manager.
Het project staat onder leiding van een nieuwe manager.
•
She gave clear directions for the task.
Ze gaf duidelijke aanwijzingen voor de taak.
:
guidancemanagementsupervisioncontrolinstruction
:
directdirectivedirect marketingdirect dialingdirect objectdirect speechdirect mail