Betekenis van het woord pip in het Nederlands

Wat betekent pip in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

pip

US /pɪp/
UK /pɪp/
"pip" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

pit, zaad

a small hard seed in a fruit

Voorbeeld:
Be careful not to swallow the pips when eating an apple.
Pas op dat je de pitjes niet doorslikt als je een appel eet.
Orange pips are usually bitter.
Sinaasappelpitjes zijn meestal bitter.
Synoniem:
2.

stip, oog

a small spot on a playing card, domino, or dice

Voorbeeld:
The domino had six pips on one end and three on the other.
De domino had zes stippen aan het ene uiteinde en drie aan het andere.
The ace of spades has one large pip.
De schoppenaas heeft één grote stip.
Synoniem:
3.

piep, signaal

a short, high-pitched sound, such as from an electronic device or a bird

Voorbeeld:
The microwave gave a final pip to signal it was done.
De magnetron gaf een laatste piep om aan te geven dat hij klaar was.
We heard the faint pip of a bird in the distance.
We hoorden het zwakke piepje van een vogel in de verte.
Synoniem:

Werkwoord

1.

piepen, een piep geven

to make a short, high-pitched sound

Voorbeeld:
The little bird began to pip from its nest.
Het kleine vogeltje begon te piepen vanuit zijn nest.
The alarm clock will pip at 7 AM.
De wekker zal om 7 uur piepen.
Synoniem:
Leer dit woord op Lingoland