Engels-Nederlands Woordenboek

Betekenis van het woord handset in het Nederlands

Wat betekent handset in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

handset

US /ˈhænd.set/
UK /ˈhænd.set/
"handset" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

hoorn, telefoonhoorn

the part of a telephone that you hold to your ear and mouth

Voorbeeld:
•
She picked up the handset and dialed the number.
Ze pakte de hoorn op en draaide het nummer.
•
The old telephone had a heavy handset.
De oude telefoon had een zware hoorn.
Synoniem:
receiverphonetelephone
2.

mobiele telefoon, gsm

a mobile phone

Voorbeeld:
•
He bought a new smartphone handset.
Hij kocht een nieuwe smartphone handset.
•
Many people prefer to use their handsets for internet browsing.
Veel mensen geven er de voorkeur aan hun handsets te gebruiken voor internetbrowsing.
Synoniem:
mobile phonecell phonesmartphone
Leer dit woord op Lingoland