peeved
US /piːvd/
UK /piːvd/

1.
geïrriteerd, geërgerd
annoyed; irritated.
:
•
She was really peeved when he forgot her birthday.
Ze was echt geïrriteerd toen hij haar verjaardag vergat.
•
He looked a bit peeved after losing the game.
Hij zag er een beetje geïrriteerd uit na het verliezen van de wedstrijd.