Betekenis van het woord pace in het Nederlands

Wat betekent pace in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

pace

US /peɪs/
UK /peɪs/
"pace" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

pas, stap

a single step taken when walking or running

Voorbeeld:
He took a few paces forward.
Hij deed een paar stappen vooruit.
She measured the room in paces.
Ze mat de kamer in stappen.
Synoniem:
2.

tempo, snelheid

the speed at which someone or something walks, runs, or moves

Voorbeeld:
The runner set a fast pace.
De hardloper zette een snel tempo in.
Work continued at a steady pace.
Het werk ging door in een gestaag tempo.

Werkwoord

1.

ijlen, wandelen

walk at a steady and consistent speed, especially back and forth

Voorbeeld:
He began to pace nervously around the room.
Hij begon zenuwachtig door de kamer te ijlen.
She paced the floor, deep in thought.
Ze ijlde over de vloer, diep in gedachten.
2.

afmeten, meten met passen

measure (a distance) by pacing

Voorbeeld:
He paced out the length of the garden.
Hij mat de lengte van de tuin af.
The surveyor paced off the boundary lines.
De landmeter mat de grenslijnen af.
Leer dit woord op Lingoland