overlook
US /ˌoʊ.vɚˈlʊk/
UK /ˌoʊ.vɚˈlʊk/

1.
over het hoofd zien, negeren
fail to notice (something)
:
•
I think you may have overlooked a key detail in the report.
Ik denk dat je een belangrijk detail in het rapport hebt over het hoofd gezien.
•
It's easy to overlook small errors when you're rushing.
Het is gemakkelijk om kleine fouten te over het hoofd te zien als je haast hebt.
2.
uitkijken op, overzien
have a view of (something) from above
:
•
The hotel room overlooks the ocean.
De hotelkamer kijkt uit op de oceaan.
•
The castle is situated on a hill overlooking the town.
Het kasteel ligt op een heuvel die de stad overziet.
3.
door de vingers zien, tolereren
permit (someone) to do something wrong without being punished
:
•
The teacher decided to overlook his tardiness this one time.
De leraar besloot zijn te laat komen deze ene keer te door de vingers te zien.
•
We cannot simply overlook such serious misconduct.
We kunnen zulk ernstig wangedrag niet zomaar door de vingers zien.
1.
uitzichtpunt, uitkijkpunt
a place from which a person can look down on a wide area
:
•
We stopped at the overlook to admire the valley.
We stopten bij het uitzichtpunt om de vallei te bewonderen.
•
The scenic overlook offers breathtaking views of the mountains.
Het schilderachtige uitzichtpunt biedt adembenemende uitzichten op de bergen.