viewpoint

US /ˈvjuː.pɔɪnt/
UK /ˈvjuː.pɔɪnt/
"viewpoint" picture
1.

standpunt, gezichtspunt

a person's opinion or point of view

:
From my viewpoint, the decision was fair.
Vanuit mijn standpunt was de beslissing eerlijk.
We need to consider all viewpoints before making a choice.
We moeten alle standpunten overwegen voordat we een keuze maken.
2.

uitzichtpunt, observatiepunt

a place from which a view can be had

:
The castle offers a stunning viewpoint of the valley.
Het kasteel biedt een prachtig uitzichtpunt over de vallei.
We hiked to the highest viewpoint to see the sunrise.
We wandelden naar het hoogste uitzichtpunt om de zonsopgang te zien.