Betekenis van het woord "on hand" in het Nederlands
Wat betekent "on hand" in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
on hand
US /ɑːn hænd/
UK /ɑːn hænd/

Zinsdeel
1.
bij de hand, beschikbaar
available; in one's possession
Voorbeeld:
•
Do you have enough cash on hand for the trip?
Heb je genoeg contant geld bij de hand voor de reis?
•
We need to make sure we have all the necessary supplies on hand.
We moeten ervoor zorgen dat we alle benodigde benodigdheden bij de hand hebben.
2.
aanwezig, ter plaatse
present at a particular event or situation
Voorbeeld:
•
The doctor was on hand to assist with the emergency.
De dokter was aanwezig om te helpen bij de noodsituatie.
•
Security personnel were on hand to manage the crowd.
Beveiligingspersoneel was aanwezig om de menigte te beheren.
Leer dit woord op Lingoland