old age
US /ˈoʊld eɪdʒ/
UK /ˈoʊld eɪdʒ/

1.
oude dag, ouderdom
the later part of normal life, after youth and middle age
:
•
He enjoyed good health even in his old age.
Hij genoot van een goede gezondheid, zelfs op zijn oude dag.
•
Many people worry about financial security in their old age.
Veel mensen maken zich zorgen over financiële zekerheid op hun oude dag.