aging
US /ˈeɪ.dʒɪŋ/
UK /ˈeɪ.dʒɪŋ/

1.
veroudering, ouder worden
the process of growing old
:
•
The effects of aging are visible on her skin.
De effecten van veroudering zijn zichtbaar op haar huid.
•
Research into healthy aging is crucial.
Onderzoek naar gezond ouder worden is cruciaal.
1.
verouderend, ouder wordend
growing old; becoming older
:
•
The old house was slowly aging, showing cracks in its walls.
Het oude huis was langzaam aan het verouderen, met scheuren in de muren.
•
He is concerned about his parents aging rapidly.
Hij maakt zich zorgen over het snel ouder worden van zijn ouders.