occasional

US /əˈkeɪ.ʒən.əl/
UK /əˈkeɪ.ʒən.əl/
"occasional" picture
1.

af en toe, incidenteel, sporadisch

occurring, appearing, or done infrequently and irregularly

:
He makes occasional visits to his hometown.
Hij brengt af en toe bezoeken aan zijn geboorteplaats.
We have occasional meetings to discuss progress.
We hebben af en toe vergaderingen om de voortgang te bespreken.