occasionally
US /əˈkeɪ.ʒən.əl.i/
UK /əˈkeɪ.ʒən.əl.i/

1.
af en toe, incidenteel
at irregular intervals; now and then
:
•
We occasionally go out for dinner on weekends.
We gaan af en toe uit eten in het weekend.
•
It occasionally rains in the desert.
Het regent af en toe in de woestijn.