obliged
US /əˈblaɪdʒd/
UK /əˈblaɪdʒd/
1.
verplicht, genoodzaakt
make (someone) legally or morally bound to an action or course of action
:
•
Doctors are obliged to keep patients' records confidential.
Artsen zijn verplicht om patiëntendossiers vertrouwelijk te houden.
•
We were obliged to cancel the event due to bad weather.
We waren genoodzaakt het evenement te annuleren vanwege slecht weer.
2.
dankbaar, erkentelijk
grateful or indebted
:
•
I am much obliged to you for your help.
Ik ben u zeer dankbaar voor uw hulp.
•
We would be obliged if you could reply at your earliest convenience.
Wij zouden u erkentelijk zijn als u zo spoedig mogelijk zou kunnen antwoorden.