Betekenis van het woord mirror in het Nederlands

Wat betekent mirror in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

mirror

US /ˈmɪr.ɚ/
UK /ˈmɪr.ɚ/
"mirror" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

spiegel

a surface, typically of glass coated with a metallic amalgam, which reflects a clear image

Voorbeeld:
She looked at herself in the mirror.
Ze keek naar zichzelf in de spiegel.
The car has a rearview mirror.
De auto heeft een achteruitkijkspiegel.
2.

spiegel, weerspiegeling

a thing that accurately reflects or represents something else

Voorbeeld:
The novel is a mirror of society.
De roman is een spiegel van de samenleving.
His actions are a direct mirror of his beliefs.
Zijn acties zijn een directe spiegel van zijn overtuigingen.

Werkwoord

1.

spiegelen, weerspiegelen

to reflect (an image) in or as if in a mirror

Voorbeeld:
The calm lake mirrored the sky.
Het kalme meer spiegelde de lucht.
His actions mirror his words.
Zijn acties spiegelen zijn woorden.
Leer dit woord op Lingoland