keen

US /kiːn/
UK /kiːn/
"keen" picture
1.

enthousiast, gebrand

having or showing eagerness or enthusiasm

:
She's very keen on learning new languages.
Ze is erg enthousiast over het leren van nieuwe talen.
He's a keen sportsman.
Hij is een enthousiaste sporter.
2.

scherp, acuut

having or showing a strong sense of something; acute

:
Dogs have a very keen sense of smell.
Honden hebben een zeer scherp reukvermogen.
She has a keen eye for detail.
Ze heeft een scherp oog voor detail.
3.

sterk, intens

(of a feeling) intense or strong

:
He felt a keen sense of disappointment.
Hij voelde een sterk gevoel van teleurstelling.
There was a keen competition for the prize.
Er was een hevige concurrentie om de prijs.
1.

klagen, weeklagen

to wail in grief for a dead person

:
The women began to keen as the coffin was lowered.
De vrouwen begonnen te klagen toen de kist werd neergelaten.
She could hear the distant sound of someone keening.
Ze kon het verre geluid horen van iemand die klaagde.