instance
US /ˈɪn.stəns/
UK /ˈɪn.stəns/

1.
voorbeeld, geval
an example or single occurrence of something
:
•
For instance, consider the case of a small business.
Bijvoorbeeld, overweeg het geval van een klein bedrijf.
•
There were several instances of fraud reported.
Er werden verschillende gevallen van fraude gemeld.
1.
aanhalen, als voorbeeld noemen
to cite as an example
:
•
He would often instance historical events to support his arguments.
Hij zou vaak historische gebeurtenissen aanhalen om zijn argumenten te ondersteunen.
•
The speaker chose to instance a recent study on climate change.
De spreker koos ervoor om een recente studie over klimaatverandering aan te halen.